woensdag, mei 24, 2006

Karakol - Kochkor

Om zeven uur redelijk gebroken wakker geworden. Ik had vannacht een soort van slaapbank tot mijn beschikking in een enorme kamer met zelfs een piano daarin. Ik had liever een goed bed gehad, maar goed. Buiten staan de twee Israëli's en de Nederlander al klaar voor een trekking van vijf dagen. Zij gaan wild kamperen en nemen hun eigen tenten en eten mee. Ik neem afscheid van ze en om acht uur schuif ik aan bij het ontbijt, waar een Rus me vertelt dat hij een boot heeft gehuurd en een uur of vijf gaat varen op het Issy Kul lake. Hij nodigt me uit om mee te gaan, maar vijf uur op een boot is me wat teveel van het goede. Ik wil eigenlijk naar Jeti Oghuz, waar ook weer een prachtig natuurgebied ligt, 25 kilometer van Karakol. Maar de tijd ontbreekt helaas en ik besluit mijn originele plan aan te houden om vandaag naar Kochkor te reizen, 270 kilometer verderop.

Eerst nog even naar het internetcafé om mijn uitnodigingsbrief voor Kazachstan uit te printen die als het goed is per e-mail is verstuurd door Stantours. Dit is gelukkig het geval, want deze brief heb ik nodig om aan het einde van mijn trip via China Kazachstan weer binnen te komen. Er werken trouwens een aantal ontzettend mooie meiden bij dat internetcafé.

Anyway, om half elf een taxi genomen naar Kochkor. De chauffeur heeft er lekker de vaart in om het plastisch uit te drukken en op deze gammele B-wegen is dat geen sinecure. Behalve dat er regelmatig wordt ingehaald vlak voor een heuvel of bocht, steekt er ook af en toe een koe, paard of zelfs een kameel nietsvermoedend over. Plat op de remmen worden we stevig tegen de riemen gedrukt als we die tenminste zouden hebben gehad. De route is echter prachtig langs het Issy Kul lake, wat warm meer betekent. Het meer bevriest niet in de winter vanwege de vulcanische activiteit die het meer warm houdt. Het is het op één na grootste bergmeer ter wereld (na lake Titicaca in Peru) op 1.600 meter hoogte.

Het ene vergezicht is nog mooier dan het andere. Roestbruine heuvels tekenen zich af tegen het helder blauwe water van het meer. Even verderop komen we langs een ander prachtig bergmeer, dat helaas als een schim voorbij trekt, want we rijden inmiddels 140 kilometer per uur schat ik (de snelheidsmeter werkt niet, dus precies kan ik niet zijn). Volgens de tourist office zou de rit vijf uur duren, maar deze snelheidsduivel brengt me in twee uur en drie kwartier in Kochkor.

Ik neem mijn intrek in Mairam's Bed & Breakfast even buiten het centrum. Deze B&B is onderdeel van Sheperd's Life, een organisatie die gesponsord wordt door een Zwitserse NGO en overal in het land B&B's heeft. Ook verzorgen ze trekkings en dat is de reden dat ik hier ben aanbeland. Een mooi huis en een prachtige kamer, geen warm water en het toilet is een gat in de grond in de achtertuin waar een houten schutting omheen staat. Helaas ben ik de enige toerist hier. Ik spreek de zoon van Mairam en we onderhandelen over een trekking de volgende dag naar Tes Tör, waar Kirgizische boerenfamilies hun yurts hebben opgezet. Helaas is het nog te vroeg in het seizoen om een trekking te doen naar Kol Ukök, een prachtig bergmeer. Er ligt nog teveel sneeuw. De trekking naar Tes Tör gaat te paard en inclusief gids, overnachting en eten betaal ik 670 Som per dag (zo'n 13 euro). Echt geen geld.

Eerst maar eens het stadje in, wat weer een enorm shithole blijkt te zijn. Voor het stadse leven hoef je niet naar Kirgizië te komen, maar dat was ook niet mijn insteek, het overige in dit prachtige land maakt meer dan goed. In het stadje is dus werkelijk niets te doen en niets te zien. Op het centrale plein staan oude Lada's stof te happen. En in de kleine bazaar daarnaast kijken de handelaren me meewarig aan. Ik geef ze geen ongelijk. In een handicraft shop koop ik een echte Kirgizische hoed voor drie euro, waarvan de opbrengst direct naar de vrouwen gaat die die dingen maken volgens de Lonely Planet. Zo'n hoed heet een kalpak en wordt door veel mannen gedragen. Het is een nogal grappig ding, waar je in Nederland hartelijk om zou worden uitgelachen, maar hier is die hoed een serieuze zaak.

Ik koop nog wat broodjes, wat snickers en een blikje cola en nestel me in een parkje. Kennelijk is er een school vlakbij, want continu lopen er jongetjes en meisjes langs die me begroeten met "hello how are you" en "salaam aleikum". Erg grappig. Ze spreken al beter Engels dan menig volwassene hier. Sommige durfals geven me een hand en op een gegeven moment staan er al tien jongetjes om me heen. Helaas komen ze niet veel verder dan "hello how are you" en "what's your name", dus tot een echt gesprek komt het niet, maar ze hebben er wel plezier in denk ik om zo'n rare snuiter te zien. Weer terug naar de B&B waar om zeven uur een prima maaltijd klaarstaat. De rest van de avond werk ik mijn dagboek bij tot het moment dat de elektriciteit uitvalt.

Geen opmerkingen: