woensdag, mei 31, 2006

Tash Rabat - Kashgar

Om zes uur opgestaan en buiten schijnt de zon. Vandaag de rit naar Kashgar via de Torugart Pass. Volgens de Lonely Planet een van de moeilijkste grensovergangen in Azië en waar je om wat voor reden dan ook teruggestuurd kan worden. Een citaat: "a final piece of advice, if you decide to cross the Torugart, be stubborn, expect the unexpected, and don't count on getting across until you have." Deze grensovergang is een zogenaamde "Class 2 border crossing" wat zoveel betekent dat alleen lokaal verkeer (Chinezen en Kirgiezen) de grens mogen oversteken. Een absolute voorwaarde is dat je transport hebt geregeld aan de Chinese kant en dat ook moet bewijzen. Dit heb ik via internet in Nederland al geboekt via een Kirgizisch reisbureau (ahum!). Om het nog moeilijker te maken is er dus geen entry stamp in mijn paspoort gezet toen ik Kirgizië binnenkwam. Ik ben benieuwd!

Ik neem afscheid van de familie Sabyrbek en om 8.15 uur vertrekken we. Ik zwaai nog een keer naar Cholpon. De chauffeur is een grote, dikkige, joviale vent wat me wel vertrouwen schenkt voor deze tocht. Na 60 kilometer komen we het eerste checkpoint tegen. Paspoort wordt gecontroleerd en zonder problemen mogen we verder. De weg is superslecht, maar de omgeving weer prachtig. Om half elf komen we aan bij de echte grensovergang, de Torugart Pass, op 3.800 meter hoogte. De chauffeur schijnt hier iedere beambte te kennen. Er worden handen geschud, gelachen en gedold. Goed teken! Eerst naar customs. Formuliertje ingevuld, geen probleem en verder naar de douane. Vijf minuten wachten, het loket gaat open en daar ontvouwt zich de volgende dialoog:
"Gallandia?"
"Yes"
"Gullit, Van Basten!"
"Cruyff!"
"Da, da, da, Cruyff!"

Hij knalt direct een stempel in mijn paspoort en ik ben binnen twee minuten de grens over met dank aan onze jongens, haha!

Na 7 kilometer niemandsland komen we aan bij de Chinese grens. De chauffeur parkeert om 11.00 uur zijn auto naast de slagboom en nu is het wachten op de Chinese chauffeur. Hij heeft thee en koekjes meegenomen en na deze break valt-ie licht snurkend in slaap, terwijl buiten de sneeuw naar beneden dwarrelt. Om 12.15 uur komt de Chinese auto in volle vaart op de grens af. Ik pak mijn rugzak, bedank mijn chauffeur hartelijk en loop de grens over en na 10 meter sta ik op Chinees grondgebied. Ik laad mijn rugzak in de auto en off we go. In China! Naast de chauffeur is er ook een gids aanwezig die goed Engels spreekt. Na 20 kilometer het eerste checkpoint. Ze willen mijn bagage controleren. Hiervoor staat er een vrachtwagen klaar met daarin röntgenapparatuur. Ik plaats mijn rugzak op de lopende band aan de zijkant van de vrachtwagen die er aan de andere kant weer uitkomt. Kennelijk hebben ze iets gezien, want ik moet mijn rugzak openmaken. Ze zijn erg nieuwsgierig naar alle opladers die ik heb meegenomen voor mijn camera, mobiele telefoon en I-pod. Uiteindelijk geen probleem en we mogen verder.

De rit verloopt weer over een hele slechte weg. Het is hier erg droog en de route is een en al stof. Een vrachtwagen inhalen is er dan ook niet bij. Het is net een zeer dichte mist als je er vlak achter rijdt. Je ziet geen hand voor ogen. De chauffeur heeft het gehad en parkeert zijn auto om te lunchen. Ik krijg een soort van uienbrood in mijn handen gedrukt en in zwarte thee gekookte eieren. Lekker! Na twintig minuten vervolgen we onze weg. Na 100 kilometer bereiken we pas de douanecontrole. De heren hebben helaas net een teabreak of iets dergelijks en we moeten een half uur wachten. De Chinezen maken het behoorlijk bont. Binnen vijf meter moet ik bij drie verschillende loketten mijn paspoort afgeven. Alles in orde. Ook mijn rugzakken worden voor de tweede keer gescand. De beambte vraagt of ik boeken bij me heb en ik open mijn kleine rugzak. De Lonely Planet van China is een probleem. Taiwan is hier namelijk niet als onderdeel van China afgebeeld. Misnoegd maakt-ie kenbaar dat dat toch echt niet kan en hij wil de LP innemen. "Come on, I didn't write it" probeer ik niet erg overtuigend, maar hij is bereid tot een compromis. Hij scheurt de bladzijde met de kaart van China en Taiwan uit het boek en op de kaft op de achterkant kleurt-ie Taiwan in dezelfde kleur als China. Wat een totale nonsens! Maar ik kan gelukkig verder met m'n Lonely Planet.

Om half vijf komen we Kashgar binnenrijden, een rit van meer dan acht uur. De eens zo machtige carvaansstad van de Zijderoute ziet er zeer modern uit. Ik was al gewaarschuwd door Manuel, de Braziliaan. Een deel van de oude stad hebben de Chinezen weggebulldozerd en vervangen door beton. Ik check in bij het Seman hotel (spreek uit Zeemán en niet als "semen" om misverstanden te voorkomen), dat zich bevindt op het terrein van de voormalige Russische ambassade. In de 19e eeuw krioelde het hier van de spionnen vanwege de zogenaamde "Great Game", het strategische conflict tussen het Britse imperium en tsaristisch Rusland over de heerschappij van Centraal Azië. Ik heb een mooie kamer met airco. Ook wel nodig, want het is hier 36 graden!

Het is hier trouwens twee uur later dan in Kirgizië. Want hoewel in dezelfde tijdzone wordt alles in Beijing-tijd aangehouden. Rare gewaarwording, want om elf uur wordt het pas donker. Ik eet wat in John's café (naar de oprichter John Hu) en drink mijn eerste Xinjiang-biertje. 50 eurocent voor 620 ml bier. Geen geld! Om half twaalf val ik doodmoe in slaap.

Geen opmerkingen: